Legendarische locaties in Ierland
Kabouters bij Carlingford Lough in county Louth
Kabouters zijn misschien wel Ierlands bekendste 'exportproduct' en overal op het eiland te vinden. Ze hebben zelfs hun eigen museum in Dublin! Maar voor de beste kans om er een te zien, ga je naar Carlingford Lough. In 1989 werd een achtergelaten kabouterpakje gevonden op een nabijgelegen berg en sinds dat moment is kabouterfluisteraar Kevin Woods ze op het spoor ...
Selkies langs de Wild Atlantic Way
Selkies kunnen van gedaante veranderen (aan land zijn ze mens, in het water zeehond) en verschijnen in veel volksverhalen in Ierland. Er wordt gezegd dat selkies opvallend mooi zijn: als zeevaarders ze in de golven zien, worden ze direct verliefd. Om ze zelf te zien, ga je naar de Wild Atlantic Way. Mocht je pech hebben en ze vertonen zich niet, dan zijn er gelukkig de dolfijnen, walvissen en reuzenhaaien om naar te kijken.
Fionn MacCumhall en de Giant's Causeway
De Giant’s Causeway werd gevormd toen magma uit het binnenste van de aarde in aanraking kwam met de zee en kristalliseerde in 40.000 perfect zeshoekige basalten pilaren. Maar volgens de mythe heeft deze Unesco-werelderfgoedplaats een heel andere oorsprong: de reus Fionn MacCumhall (Finn MacCool) trok de stenen uit de grond en sloeg daarmee een brug naar Schotland om zijn vijand Benandonner te bereiken.
Oisín and Tír na nÓg in county Kerry
Op de oever van Lough Leane in county Kerry werd Oisín, de zoon van Fionn MacCumhall, verliefd op de mooie, onsterfelijke Niamh. Hij ging met zijn liefje naar het land van de eeuwige jeugd, Tír na nÓg. Na een tijdje kreeg hij heimwee en wilde ontzettend graag zijn familie opzoeken. Niamh leende hem haar paard om naar huis te galopperen. Bij aankomst kwam hij er helaas achter dat er 300 jaar was verstreken en zijn familie er al lang niet meer was. Radeloos van verdriet steeg hij van zijn paard en verouderde in één klap 300 jaar. Snel daarna overleed hij.
Diarmuid en Gráinne in county Sligo
Tijdens de bruiloft van Fionn MacCumhall en Gráinne, dochter van de hoge koning van Ierland, viel het oog van de kersverse bruid op de knappe Diarmuid, een van de beroemdste strijders van Fionn. Ze werden halsoverkop verliefd en gingen ervandoor. Ze trokken het eiland over op zoek naar een veilig toevluchtsoord. Al gauw stuitten ze op een wild zwijn in een grot op de flank van Benbulben, waarbij Diarmuid dodelijk gewond raakte. Je kunt de grot met voortreffelijk uitzicht over de Gleniff Horseshoe Trail nog steeds bezoeken en je voorstellen hoe de verdoemde geliefden hier samen schuilden.
Cú Chulainn in Noord-Ierland
De strijder Cú Chulainn werd in zijn jeugd Setanta genoemd en kreeg zijn nieuwe naam toen hij langsging bij zijn oom, de koning van Ulster, Conor Mac Nessa. De wolfshond van de smid Culann probeerde Setanta aan te vallen, maar hij doodde het door zijn sliotar (een bal die bij de Ierse sport hurling wordt gebruikt) razendsnel door de keel van het dier te slaan. De smid mistte zijn hond en Setanta bood aan de smidse te bewaken tot hij een nieuwe hond had gevonden. Vandaar zijn nieuwe naam Cú Chulainn, 'de waakhond van Culann'.